Geboren: 1678, Châtelet
Gestorven: 9 januari 1757, Maastricht

Biografie
Simon Trico werd op 11 januari gedoopt in Châtelet, nabij Charleroi in België. Hij stierf op 9 januari 1757 in Maastricht en werd begraven in de Sint Martinuskapel. Zijn naam komt ook voor als Tricot en Tricoz.
Trico studeerde in Luik en was zangmeester aan de Saint-Denis in Luik van 1701 tot 1709. Van 1709 tot 1751 was hij kanunnik van het kapittel van de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Hij kreeg daar op 8 juni 1709 een prebende als opvolger van Pluymaekers, die op 1 juni was overleden. Uit 1709 stammen ook zijn eerste bewaarde composities.
Uit deze periode zijn als zangmeesters van de O.L.V. bekend de namen Brockart (1712-1723), Le Pième (1723 – 1738) en Petrus Josephus Dart (1738 – 1775).

Na 22 mei 1726 is Trico als cantor benoemd, als opvolger van de toen overleden Franciscus Casparus Degrati. Trico bleef in functie als cantor tot 28 mei 1751. Hij had op 12 mei aan het kapittel verzocht van zijn functies ontheven te worden.
De bibliotheek van de Onze-Lieve-Vrouwekerk bevat van Trico 17 antifonen, 15 hymnen, 15 vespers en een Te Deum van zijn hand. Helaas is het stemmenmateriaal van geen van deze werken compleet overgeleverd. Dr. Hans van Dijk heeft van enkele werken reconstructies gemaakt.

Werken
Manuscripten in Maastricht RHCL Archief toegangsnummer 22.210 Muziekbibliotheek OLV Maastricht

Antihonae in Primis et Secundis Vesperis; pro festis solemnioribus per Annum. 17 antifonen.
Aanwezige stemmen: Canto, Alto, Tenore, Basso. Inv.nr. 122.

Hymni pro festis solemnioribus per annum, quos composuit et dedit ad ususm N. Dominae Traj. S. Trico Cantor. 15 Hymnen. Aanwezige stemmen: Viol I, Viol II,Canto, Alto, tenore. Inv. nr. 123.

Te Deum. Autograaf van Trico. Aanwezige stemmen: Viol I, Viol II, Organo. Inv. nr. 124

Vesperae breves 1709 [en] Aliae Veperae breviores. 15 motetten voor de vespers in verzamelbundel met de titel: Psalmi diversi Vespertini Ecclesiae suae B.M. Virg. Traject. Bevat ook werken van Hubert Renotte. Aanwezige stemmen: Canto, Alto, Tenore, Basso, Organo.
Inv. nr. 125 bis 1.